Te Gast/Première: La Chambre Automatique
’22
Lange Steenstraat 14
B-9000 Gent
Lange Steenstraat 14
B-9000 Gent
’22
Lange Steenstraat 14
B-9000 Gent
Wat hebben ‘prendre des vacances’ en ‘le cinéma’ met elkaar te maken? La Chambre Automatique zoekt het uit in Le Soleil Ici: Envisager (2022), deze avond voor het eerst vertoond. Geen vakantie zonder zon, maar wat als die uit de lucht valt, een vogel achterna duikt die even de grond opzoekt? Hoe maak je van die zon het hoofdpersonage van een film? En wat als de mensen niet geïnteresseerd zijn daarin? Hoe geef je hen niettemin een toegankelijke en goede film, ‘un bon film’? Het voorgaande werk van La Chambre Automatique, Pourquoi On Ne Laisse Pas Tomber: Les Chôse Qu’On Laisse Tomber et Qui Roulent (2018), vangt aan met de trip naar het platteland waar hun eerdere film Les Terres Autorisées et Le I (The Permitted Lands and the I, 2016) mee eindigt. Ze realiseerden zich dat dan wel de aarde, de mens, de wereld en ‘le grand I’ aan bod kwamen, maar niet de ethiek, terwijl de vraag naar wat een goede film is onmogelijk te beantwoorden valt zonder zich te bezinnen over ‘le mal’, ‘le neutre’, en natuurlijk ‘le bien’. Zo is La Chambre Automatique, in plaats van ‘een film’, series beginnen maken waarin het onderzoek gebeurt door op reis te blijven en telkens terug te keren om zaken in vraag te stellen. Le Soleil Ici: Envisager is hiervan deel twee, waarin de reis zich afwisselt met rustigere fragmenten thuis en in het atelier. Opperste ernst blijkt geboden, met absurditeit als onvermijdelijke metgezel en een paar handschoenen als theatraal attribuut.
Le Soleil Ici: Envisager wordt vergezeld van films die eveneens ‘goede’ films willen zijn, daarbij onderweg zijn, letterlijk of doorheen het proces van een film maken. Het aanraken van ethische kwesties leidt telkens weer tot een worsteling met de ‘juiste’ esthetiek, de aangewezen verhoudingen tussen beeld, klank, woord, tekst en subtekst. Het zijn films die aanvoelen als voorafspiegelingen of preludes, maar tegelijk – dat is nu eenmaal de aard van de cinema – ook onvermijdelijk een reflectie achteraf zijn, getuigen van het besef dat de film en de wereld die je voor ogen hebt misschien in dat moment van bewustwording, in de voorafname, al gemaakt en verloren zijn. Zo volhardt Marcel Broodthaers in La pluie (projet pour un texte) (1969) koppig in de act van het schrijven terwijl de regen neergutst. Terwijl de woorden verdwijnen van zodra hij ze neerpent, wordt zijn ‘project voor een tekst’ tot een film, tussen plan en uitvoering, draaiboek en kritiek, anticipatie en reflectie.
Broodthaers knipoogt naar zijn eigen ‘mislukking’ als dichter in La pluie en zet zo zichzelf letterlijk en figuurlijk te kijk als maker, terwijl de rollen in een film doorgaans omgedraaid zijn. Cinema is een dwingend medium dat de neiging heeft de toeschouwer tot passieve ontvanger te herleiden of toch minstens een mate van vrijwillige overgave te vragen aan de visie van de filmmaker. Naar een film kijken veronderstelt – tenminste in aanzet – een zekere ontvankelijkheid, een argeloosheid, een empathische verhouding. Het hoofdpersonage Josef in Jan Švankmajer’s The Garden (1986) vraagt iets meer dan dat als hij zijn vriend Frank uitnodigt in zijn tuin, evenwel zonder hem expliciet een vraag te stellen. Als beide mannen na een autorit inclusief plaspauze eindelijk in de tuin uit de titel aankomen, blijkt wat Josef van Frank vraagt een daad van totale onderwerping te zijn, uit vrije wil weliswaar. Uitzonderlijk koos Tsjechische stopmotionmeester Švankmajer voor live action in deze kritische parabel over de werking van totalitaire regimes die onder het mom van solidariteit en collectiviteit het individu onderdrukken.
Aimless Walk, de stille film uit 1930 van Švankmajers landgenoot Alexandr Hackenschmied, wordt vaak de eerste Tsjechische avant-garde film genoemd. Bij zijn emigratie in 1938 naar de VS zou fotograaf en filmmaker Hackenschmied zijn naam wijzigen in Alexander Hammid en er samen met zijn toenmalige vrouw Maya Deren Meshes of the Afternoon (1943) regisseren, maar in Aimless Walk is Praag nog het decor van een wandeling en tramrit die tot een puur filmische aangelegenheid worden, een beweging van plot naar actie, vol reflecties in het water en perspectiefwissels die de kijker nu eens de flaneur in kwestie doen gadeslaan om dan weer mee te kijken doorheen diens ogen. Alhoewel de titel meteen duidelijk maakt dat de tocht geen doel heeft, is het des mensen om er betekenis te willen aan geven, er minstens een bespiegeling in te zien over wat het betekent om onderweg te zijn, in een grootstad te leven, of te leven tout court.
Waar de wandelaar in Aimless Walk soms vervreemd lijkt van zijn stedelijke omgeving en alleen ronddoolt, baadt Du côté de la côte (1958) van Agnès Varda in een sfeer van zorgeloosheid, vrijheid en verbondenheid. De film is haar genereuze en mildironische antwoord op de vraag van de Franse toeristische dienst om een korte documentaire te maken over de Franse Rivièra. Ze draagt haar film op aan André Bazin en laat de Côte d’Azur van zijn beste kant zien, inclusief stralende zon en azuurblauwe hemel. De vakantiekiekjes zijn vreemd vertrouwd en roepen tegelijk een nostalgisch verlangen op naar een verloren (vakantie)paradijs.
De zon kan een schaduw werpen over wat ooit paradijselijk was of dat minstens leek te zijn. Dat blijkt in Du côté de la côte, maar ook in Song of Avignon (1998). Bij Jonas Mekas verdween de zon even helemaal achter de wolken op zijn veertigste. Hij ging toen door een diepe crisis, getuige zijn dagboekfragmenten uit begin jaren 1960 die monotoon en emotieloos worden voorgelezen door drummer-dichter Angus MacLise. In zijn dagboek tracht Mekas terug te keren tot een verloren paradijs, het op te roepen, maar hij beseft dat hij niet anders kan dan door de donkerte heen bijten om terug gelukkig te worden, zich er volledig in onder te dompelen. De vraag hoe hij wil leven wordt meteen ook de vraag hoe hij wil filmen, hoe de fragmenten van zijn leven zich aan elkaar zingen tot een lied. Finaal valt de accordeon in en speelt Mekas zich een weg uit de eenzaamheid, liefde en geluk omarmend:
“I saw happiness and pain in your eyes, and reflections of the paradises lost and regained and lost again, and the terrible loneliness and happiness, yes, and I reflect upon this and I think about you, like two lonely space pilots on outer cold space, as I sit here this late-night alone and I think about all this and about you and for a brief moment I don’t know for how long we meet somewhere between the words, dreams, images, space between the words perhaps and I am happy.”
- La Chambre Automatique was eerder te gast in OFFoff met Les Terres Autorisées et Le I in 2017 en Pourquoi On Ne Laisse Pas Tomber tijdens het voor– en najaar van 2019.
- In aanwezigheid van La Chambre Automatique.