Swedish Experimental Film Part I
’16
Lange Violettestraat 237
Gent
Lange Violettestraat 237
Gent
’16
Lange Violettestraat 237
Gent
Vanaf het voorjaar 2016 start OFFoff met een reeks over de Zweedse experimentele film. John Sundholm is departementshoofd en Professor Media- en Filmstudies aan de Universiteit van Stockholm. Daarnaast organiseert hij Avant, een festival voor experimentele en expanded film in Zweden. In het eerste deel van deze reeks worden de vroege jaren van de Zweedse experimentele film onderzocht; in volgende delen zullen de latere jaren bekeken worden en zal worden ingezoomd op het werk van Gunvor Nelson, die ook in dit deel al aan bod komt. Het eerste deel bestaat vooral uit experimentele animatie. De werken die Sundholm toont, zijn over het algemeen zeer zeldzame werken, die niet gedigitaliseerd zijn en zodoende nooit, of zeer zelden, in België vertoond werden. Deze vertoningen bieden dan ook de zeldzame kans om met deze ‘verborgen pareltjes’ en bij uitbreiding de Zweedse experimentele filmtraditie in contact te komen. John Sundholm zal de vertoningen inleiden en er is de mogelijkheid om met hem in gesprek te gaan.
De geschiedenis van de Zweedse experimentele film kan gezien worden als een verzameling van kleine onsamenhangende verhalen. Soms bracht dit belangrijke werken voort, zoals Viking Eggelings rudimentaire Symphonie Diagonale, of prominente experimentele filmmakers, zoals Gunvor Nelson. Toch was dit eerder uitzondering dan regel. Het is de internationale context die de bindende factor is in dit programma.
Zowel Pontus Hultén als Hans Nordenström woonden in het Parijs van de jaren 50. Hultén was kunststudent op het moment dat Nordenström architectuur studeerde. Hultén zou later uitgroeien tot de drijvende kracht achter het Museum van Hedendaagse Kunst in Stockholm – Moderna Museet (MM) – en is vooral bekend door zijn werk als curator bij MM in de jaren 60 en als de eerste directeur van het Centre Georges Pompidou. Hultén was in de eerste plaats een curator en producent. Het was dan ook vooral Nordenström die de films die ze samen maakten inblikte. In Parijs raakte Hultén bevriend met Robert Breer en Jean Tinguely, en richtte een centrum voor jonge Zweedse kunstenaars op. De zweden brachten tijd door aan de Cinémathèque, waar ze van de innovatieve kunstscène leerden dat vooral de veelgeprezen kine- tiek de avant-garde typeerde. Binnen deze context en met deze connecties werden een handvol films vervaardigd, waarvan de belangrijkste en origineelste in het programma zijn opgenomen. Heel wat van de werken werden in 1959 gescreend bij de inhuldiging van MM tijdens een avant-gardistisch filmfestival ter ere van Eggeling, met de toepasselijke naam ‘Apropos Eggeling’.
Robert Breer & Pontus Hultén
Un Miracle
A Miracle (1953), van de hand van Breer en Hultén, is een anarchistisch juweeltje dat laat zien waarom Hultén en zijn vrienden zo gefascineerd waren door animatie. De camera was voor hen een apparaat voor metamorfose en uitvinding. Paus Pius XII jongleert met ballen, dan met zijn hoofd en verandert tenslotte in een engel die vertrekt naar het Paradijs. Zonder armen. Een vroege demonstratie van Breers dadaïstische humor.
Pontus Hultén & Hans Nordenström
En dag i staden
En dag i staden (Een dag in de stad, 1956) is de bekendste film van Hultén & Nordenström. Ze maakten deze samen met Gösta Winberg, een bevriend architect, terwijl kunstenaars en collega’s als PO Ultvedt en Jean Tinguely het acteerwerk voor hun rekening namen. De film is een vrolijke dadaïstische aanval op Stockholm en haar instellingen. Zo wordt het Koninklijk Paleis en het Nationaal Museum in brand gestoken, met gebruik van verschillende filmmontagetechnieken. Live-action animatie en een rudimentaire verhaallijn, als hommage aan de latere filmkomedies.