Deze website maakt gebruik van Cookies.

Lisa Spilliaert: N.P (Premiere)

24.10’21
8 N P Lisa Spilliaert c Escautville
Sphinx Cinema
Sint-Michielshelling 3
Ghent

In deze stil­le film, die zich afspeelt tij­dens een Japanse zomer, ont­dek­ken vier jon­ge men­sen hoe één boek hen ver­e­nigt. Alle vier zijn ze gefas­ci­neerd door de roman N.P van de over­le­den, mys­te­ri­eu­ze Sarao Takase. De gelijk­na­mi­ge film N.P ont­leedt het com­plexe web van rela­ties tus­sen de jon­ge per­so­na­ges. Hoe ver­houdt een ver­ta­ling zich tot het ori­gi­neel? Hoe ver­houdt fic­tie zich tot de rea­li­teit? En wat is de aard van de vaak inces­tu­eu­ze inter­ac­ties tus­sen de hoofd­per­so­na­ges? De opval­lend mooie kleu­ren van de zomer bepa­len de stem­ming en de atmos­feer van de film en maken van het com­plexe, don­ke­re hart ervan een sere­ne en stra­len­de bespie­ge­ling over jon­ge­ren en over de invloed die erva­rin­gen uit het ver­le­den uit­oe­fe­nen op iemands leven.

Lisa Spilliaert groei­de op in Japan en België. De per­soon­lij­ke dia­loog tus­sen twee cul­tu­ren vormt een rode draad door­heen haar foto­gra­fisch werk en haar films. Spilliaert koos ervoor om voor haar eer­ste lang­spe­ler N.P de roman te bewer­ken tot een film waar­in niet gespro­ken wordt en gebruik wordt gemaakt van tus­sen­ti­tels. Dit liet haar toe om het fysie­ke voor­ko­men van de woor­den te bena­druk­ken. De ver­ba­le stil­te wordt gecoun­terd door nieu­we, voor de film geschre­ven com­po­si­ties van noi­se rock legen­des Wolf Eyes (VS), geluids­kun­ste­naar Asuna (JP) en de elo­quen­te synth pop van Stacks (BE).

In aan­we­zig­heid van Lisa Spilliaert en Clara Spilliaert

In samen­wer­king met Courtisane voor de slot­avond van het festival 


Interview met Lisa Spilliaert

Dag Lisa, dank je om tijd te maken voor dit gesprek. Je bent natuur­lijk geen onbe­ken­de bij Art Cinema OFFoff. In 2015 was je samen met je zus Clara Spilliaert te gast voor een ver­to­ning van jouw kort­films Growth Record 1 en Hotel Red Shoes. Clara, die acteert in laatst­ge­noem­de film en nu opnieuw in je lang­speel­de­buut N.P, pre­sen­teer­de toen ook haar kor­te ani­ma­tie­films en werk geba­seerd op haar dag­boek­te­ke­nin­gen. N.P baseer­de je op de gelijk­na­mi­ge roman uit 1990 van schrijf­ster Banana Yoshimoto (Mahoko Yoshimoto). Hoe kwam je pre­cies bij haar terecht?

Banana Yoshimoto is een heel beken­de auteur in Japan maar ook in ande­re lan­den zoals Italië, haar boe­ken zijn dan ook in ver­schil­len­de talen ver­taald. Het suc­ces valt een beet­je te ver­ge­lij­ken met dat van Haruki Murakami. Ik heb de boe­ken van Banana Yoshimoto leren ken­nen toen ik in Japan woon­de, als jon­ge tie­ner van der­tien of veer­tien jaar. Het was eigen­lijk een vondst uit de boe­ken­kast van mijn tan­te. Ik dacht: Dit is dus wat vol­was­sen vrou­wen lezen.” Het was span­nend en trok me aan. Zo ben ik die boe­ken begin­nen lezen. Met haar aller­eer­ste boek Kitchen (1988) is ze met­een heel bekend gewor­den, niet veel later schreef ze N.P. Al had ik veel van haar boe­ken gele­zen, N.P had iets heel spe­ci­aals qua onder­werp en qua sfeer. Binnen haar oeu­vre viel dit boek echt op. Ik had het van­af toen altijd bij me, ook toen ik naar België kwam. Het was een boek waar ik onbe­wust altijd op ben terug­ge­ko­men. Ik kan zelfs niet pre­cies vat­ten waar­om het me zo aan­trok, het raak­te me enorm diep. In 2015 dacht ik: Dit boek wil ik echt verfilmen.”

Haar thema’s omvat­ten onder ande­re de moei­lijk­he­den waar jon­ge­ren in het heden­daag­se Japan mee te kam­pen heb­ben zoals exis­ten­ti­ë­le vra­gen gel­inkt aan het ste­de­lij­ke leven of het zwe­ven tus­sen rea­li­teit en fic­tie. Hoe belang­rijk zijn deze thema’s in jouw werk, bij­voor­beeld in jouw fotografie?

Dan moet ik even diep terug­den­ken; dat is name­lijk al even gele­den. Met foto­gra­fie was ik gewoon spon­ta­ner bezig. Maar wat bij­voor­beeld wel vaak terug­komt, is de ont­moe­ting tus­sen ver­schil­len­de cul­tu­ren, iets wat in N.P ook een belang­rijk the­ma is.

In je film wor­den we als kij­ker gecon­fron­teerd met die vage grens tus­sen rea­li­teit en fic­tie. Kan je hier wat meer over vertellen?

N.P is een soort raam­ver­tel­ling. In N.P komt een fic­tief boek voor dat ook N.P heet, dat is de rode draad door­heen de roman. Dit fic­tie­ve boek is geschre­ven door Sarao Takase, een over­le­den – fic­tie­ve – auteur die heel zijn leven in Amerika heeft gewoond. Hij zou con­tro­ver­si­ë­le kort­ver­ha­len heb­ben geschre­ven, onder ande­re over de inces­tu­eu­ze ver­hou­ding met zijn doch­ter. Het ik-per­so­na­ge, Kazami, begint tij­dens de zomer de drie kin­de­ren van Sarao Takase te ont­moe­ten, die ook als hoofd­per­so­na­ges fun­ge­ren, waar­on­der Sui. Zij is het per­so­na­ge dat het boek als het ware beli­chaamt. Eigenlijk is het con­cept fic­tie, zowel in het ori­gi­ne­le ver­haal als in de ver­fil­ming, con­stant aan­we­zig omdat er voort­du­rend gere­fe­reerd wordt naar N.P als boek-in-boek. Sui beli­chaamt dit, bij­voor­beeld door haar levens­stijl. Ze neemt de rol op van het – om het wat plat uit te druk­ken – pro­bleem­per­so­na­ge maar maakt tege­lijk ook heel con­se­quen­te keuzes.

De ver­hou­ding tus­sen rea­li­teit en fic­tie uit zich ook op een ander niveau. Het ver­haal gaat name­lijk ook over ver­ta­len. De ver­ta­ling van fic­tie is sowie­so al een deel van de set­ting van het ver­haal. Je ver­taalt iets van­uit een ande­re taal in een nieu­we taal. Het gaat in fei­te dus om de vraag wat is een kopie – of ver­ta­ling – ten opzich­te van het ori­gi­neel?” Belangrijk hier­bij is het onop­ge­los­te mys­te­rie waar­bij elke ver­ta­ler die het boek pro­beert te ver­ta­len uit­ein­de­lijk kiest voor zelf­moord. Dit mys­te­rie hangt con­stant als een zwar­te wolk in de lucht. Sui beli­chaamt deze sfeer en onbe­wust beli­chaamt ze zo het boek van haar vader.

Tijdens het maken van de film vond ik het zelf enorm inte­res­sant om de ver­hou­ding tus­sen kopie en ori­gi­neel te onder­zoe­ken. De inces­tu­eu­ze ver­hou­ding tus­sen ver­ta­ling en kopie ver­taalt zich als het ware in de per­so­na­ges, bij­voor­beeld in de keu­ze van Sui om voor haar lief­de te kie­zen. Dit maakt het alle­maal heel com­plex. In fei­te gaat het bin­nen een ver­taal­con­text om ver­lan­gen naar het origineel.

Waar ein­digt de fic­tie in deze film?

Wat bedoel je hier pre­cies mee…?

Aangezien de twee con­cep­ten fic­tie en rea­li­teit in de film door elkaar lopen, zit­ten er dan bij­voor­beeld auto­bi­o­gra­fi­sche ele­men­ten in?

Nee, er zit­ten geen auto­bi­o­gra­fi­sche ele­men­ten in. Al zal het later wel dui­de­lij­ker wor­den wat het ver­haal voor mij heeft bete­kend. Het kie­zen voor dit ver­haal was eer­der een intu­ï­tie­ve keu­ze. Het auto­bi­o­gra­fi­sche aspect zit dus meer in de per­so­na­ges zelf. Zo zijn de kort­ver­ha­len van de fic­tie­ve auteur Sarao Takase auto­bi­o­gra­fisch, bij­voor­beeld de inces­tu­eu­ze ver­hou­ding met zijn doch­ter. In het ver­haal en in de film komen maar twee kort­ver­ha­len voor en die zijn eigen­lijk alle­bei auto­bi­o­gra­fisch. We vol­gen als lezer of kij­ker ener­zijds Sui’s ver­haal; hoe zij met haar ver­haal botst en hoe spon­taan en con­se­quent ze ermee omgaat. Daarnaast vol­gen we het ver­haal van Kazami; we zien hoe ze plots in die bij­zon­de­re situ­a­tie terecht­komt en zich op haar eigen manier ver­mengt met het ver­haal van Sui.

Je haal­de daar­net het the­ma ver­ta­len aan…

Ja, dat is echt mijn per­soon­lij­ke inte­res­se! (Opgewekt)

Goed, dan gaan we hier­op ver­der. In de film schreef de auteur Sarao Takase zijn auto­bi­o­gra­fie in het Engels en er wordt tever­geefs gepro­beerd om het boek naar het Japans te ver­ta­len. De ver­hou­ding tus­sen ver­ta­ling en ori­gi­neel is dus een belang­rijk the­ma in de film. Op wel­ke manier kun­nen bepaal­de nuan­ces vol­gens jou anders wor­den over­ge­bracht in wes­ter­se ver­ta­lin­gen van Japanse literatuur?

Het per­so­na­ge van de ver­ta­ler – zij die af en toe plot­se­ling in beeld komt (we lezen haar woor­den ook op pan­car­tes tus­sen scè­nes door, n.v.d.r.) – pro­beert ver­ta­len als feno­meen of vak toe te lich­ten. Er wordt eigen­lijk niet zo gefo­cust op de moei­lijk­heid van de Japanse taal op zich. Het gaat meer om de moei­lijk­heid van het ver­ta­len zelf en het ver­schrik­ke­lij­ke effect dat het kan heb­ben op de per­soon die ver­taalt, maar natuur­lijk niet op alle vertalers.

In het begin van de film – op de eer­ste pan­car­te – zegt het ver­ta­lers­per­so­na­ge aan Kazami dat ze niet geschikt voor ver­ta­len, dat ze te zacht is en dat ze niet kan ver­ta­len als ze het ver­haal te dicht­bij laat komen. Dit hangt nauw samen met wat ik eer­der zei over het per­so­na­ge van Sui, die eigen­lijk con­stant tus­sen ori­gi­neel en kopie zweeft. En niet enkel Sui, ook Kazami zit in deze posi­tie. Ook al is zij in deze film geen ver­ta­ler, ze laat te veel toe. Sui krijgt als het ware grip op Kazami. Er zijn opnieuw dus ver­schil­len­de niveaus waar­in de moei­lijk­heid van ver­ta­len zit ver­vat. Wat als de fic­tie of het ver­haal je begint op te vre­ten? Dat is pre­cies wat er met Kazami gebeurt.

In de gene­riek vin­den we de pos­ten Vertaling’ en Dramaturgie’ terug. Deze wer­den inge­vuld door Sis Matthé. Hij is ver­ta­ler, dich­ter en lid van de groep Stacks die ook muziek voor de film com­po­neer­de. Wat hiel­den zijn func­ties van ver­ta­ler’ en dra­ma­turg’ in?

Ik begon samen te wer­ken met Sis op het moment dat de mon­ta­ge een beet­je vorm begon te krij­gen, onge­veer hal­ver­we­ge het pro­ces. Ik had de ori­gi­ne­le, Japanse tek­sten van N.P in mijn hoofd en hij had ver­schil­len­de ver­sies gele­zen zoals de Engelse, Franse, Italiaanse en Spaanse ver­ta­ling. Banana Yoshimoto had ons per­soon­lijk aan­ge­ra­den om voor­al de Italiaanse ver­ta­ling te lezen. Ze vond deze de bes­te; ik geloof omdat ze zelf een goed con­tact had met de Italiaanse ver­ta­ler van haar boe­ken. Nadat Sis dus heel veel ver­schil­len­de ver­sies had gele­zen, pro­beer­den we in het Engels een nieu­we ver­haal­lijn te maken. Dit was een enorm inte­res­sant pro­ces. Het ver­haal zat als het Japanse ori­gi­neel in mijn hoofd maar op een ver­ras­sen­de manier kwa­men onze inter­pre­ta­ties toch altijd overeen.

In N.P krij­gen we te maken met een inten­se ver­haal­lijn over com­plexe thema’s zoals zelf­moord. In je film wor­den deze met een zeke­re licht­heid’ of sere­ni­teit’ bena­derd. Heb je soms het gevoel dat je werk hier ver­keerd wordt begre­pen door het ver­schil­len­de refe­ren­tie­ka­der van wes­ter­se kijkers?

Ik heb dit jaar, tus­sen de lock­downs door, toch een aan­tal film­fes­ti­vals fysiek kun­nen bij­wo­nen, onder ande­re FIDMarseille en een paar in Duitsland (Underdox Munchen en lit­films Münster). Ik stoot­te daar niet op ver­keer­de’ inter­pre­ta­ties dus ik denk dat ik wel mag ver­on­der­stel­len dat het niet ver­keerd over­komt. Volgens mij is de sere­ni­teit vol­le­dig te dan­ken aan het talent van Banana Yoshimoto en de manier waar­op zij het boek schreef.

Is er een sig­ni­fi­cant ver­schil qua stijl tus­sen Japanse en wes­ter­se literatuur?

Het is moei­lijk om hier in het alge­meen over te spre­ken; wel kan ik spe­ci­fie­ke wer­ken ver­ge­lij­ken. Banana Yoshimoto gebruikt bij­voor­beeld heel ver­fijn­de meta­fo­ren. Ze ver­tel­de mij dat deze zaken bij­na nooit juist ver­taald wor­den in het Engels of in bepaal­de Germaanse talen ter­wijl dat in Italiaanse ver­sies net wel goed kan wor­den gevat. In Engelse ver­sies wor­den veel zaken zelfs gewoon geschrapt. Misschien is dat de reden waar­om haar boe­ken zo popu­lair zijn in Italië.

Het klopt wel dat in de Italiaanse taal opval­lend veel beeld­spraak, ver­ge­lij­kin­gen en spreek­woor­den wor­den gebruikt.

Ja, maar tege­lijk kan het ook te maken heb­ben met de gedre­ven­heid van de ver­ta­lers want het lijkt me sterk dat die zaken niet zou­den kun­nen wor­den ver­taald in het Engels. Misschien moet de ver­ta­ler gewoon een ander gevoel aan­ne­men bij het vertalen.

Hoe ver­liep de adap­ta­tie van lite­ra­tuur naar non-ver­ba­le beel­den precies?

We pro­beer­den de dia­lo­gen heel een­vou­dig te hou­den om deze te laten con­tras­te­ren met de inter­ne mono­loog van het ik-per­so­na­ge Kazami; deze gedach­ten komen vijf of zes keer in de film voor aan de hand van pan­car­tes. Daarin heb­ben we haar inner­lij­ke ver­haal tot uiting kun­nen bren­gen, zoals het ook in het boek van Banana Yoshimoto voor­komt, con­creet bij­voor­beeld door het schet­sen van haar emo­ties aan de hand van land­schap­pen. Die inner­lij­ke beel­den wil­den we dus in con­trast laten tre­den met de een­vou­di­ge dialogen.

De ster­ke aan­we­zig­heid van omge­vings­ge­lui­den ver­sus de afwe­zig­heid van dia­loog en de mate­ri­a­li­teit van die dia­loog door het gebruik van tus­sen­ti­tels, zorgt voor een ver­vreem­dend gevoel. Waarom heb je deze opval­len­de keu­ze pre­cies gemaakt?

Het gebruik van tus­sen­ti­tels en geschre­ven dia­lo­gen heb­ben we hele­maal in het begin beslist. De bedoe­ling was om dat niveau van fic­tie en ver­ta­ling in de film een ande­re vorm en laag te geven. De omge­vings­ge­lui­den kwa­men later, toen de hele mon­ta­ge klaar was. Dat was opnieuw een boei­en­de reis om mee te maken, we zijn daar nog een extra jaar mee bezig geweest.

De muziek in N.P is gecom­po­neerd door Wolf Eyes, Asuna en Stacks, res­pec­tie­ve­lijk uit de VS, Japan en België. Hoe belang­rijk was het voor jou om muziek uit deze drie ver­schil­len­de lan­den in de film te incorporeren?

Dat is eer­der van­zelf gegaan. In eer­ste instan­tie was dat geen must. Bij het zoe­ken naar juis­te muziek en geluid liet de pro­du­cent Wolf Eyes horen en ik dacht Dit is het!” Asuna, een Japanse kun­ste­naar, heeft prach­ti­ge nieu­we stuk­ken gemaakt voor de film. De belang­rij­ke eind­scè­ne bevat dan weer de muziek van Stacks, de groep van Sis en Jan Matthé.

In je film zien we een prach­ti­ge sym­bi­o­se tus­sen de pro­ta­go­nis­ten. Hoe heb je de acteurs gecast?

Vanaf het pril­le begin wist ik zeker dat ik met mijn zus, Clara, wil­de wer­ken. Ik vroeg me af wie het best in de ener­gie van de twee hoofd­per­so­na­ges zou kun­nen tre­den. Ik dacht dat Clara even goed zou zijn in het ver­tol­ken van bei­de hoofd­rol­len, alleen wist ik nog niet wel­ke. Toevallig botste ik op een dans­vi­deo die een vrien­din op Facebook had gepost van Mikiko (Kawamura, n.v.d.r.). Ik ken­de Mikiko nog niet maar toen ik haar zag dan­sen, was ik ver­bijs­terd van hoe goed ze was en dus heb ik haar een bericht via Facebook gestuurd. Ik was toen al zeker dat ik met haar wil­de wer­ken. Wanneer ik haar later ont­moet­te, zei ze dat ze zich eer­der in de rol van Sui zag. Toen vie­len de puz­zel­stuk­jes in elkaar; Mikiko zou Sui spe­len en Clara het ik-per­so­na­ge, Kazami.

Wat opvalt in de film zijn de prach­ti­ge com­po­si­ties en het rust­ge­ven­de kleu­ren­pa­let van ener­zijds neu­tra­le tin­ten en ander­zijds hel­de­re, fel­le basis­kleu­ren. In wel­ke mate heeft je ach­ter­grond als foto­gra­fe invloed gehad?

Fotografie is voor mij eer­der een basis­ach­ter­grond. Sinds mijn tie­ner­tij­den, door het ver­haal her­haal­de­lijk te lezen, heb ik alle beel­den reeds in mijn hoofd gemaakt. Tijdens het fil­men heb ik daar­om heel spon­taan kaders kun­nen maken. Ik pro­beer­de bij­voor­beeld geen al te bre­de lens te gebrui­ken; ik vroeg het equi­va­lent van een 40mm-foto­ca­me­ra, een beet­je zoals je de din­gen in wer­ke­lijk­heid met je ogen ziet.

Tot je zeven­tien­de woon­de je in Tokio, dan ben je kun­sten gaan stu­de­ren in Gent. Hoe ver­liep deze cul­tu­re­le tran­si­tie op artis­tiek vlak?

Vlot, want in Japan was ik nog niet echt bezig met kunst. Ik ben mijn fami­lie enorm dank­baar om de ver­plaat­sing van Japan naar België moge­lijk te heb­ben gemaakt. Ik heb het geluk gehad dat mijn oom en tan­tes les gaven aan de Kunsthumaniora in Brugge. Ik ben daar dus een beet­je van­zelf beland. Hoewel ik niet van mijn oom of tan­tes les kreeg, was het een vei­li­ge en ver­trouw­de omge­ving voor mij. Ik denk dat ik toen voor­al bezig was met het leren van de taal.

Zijn er bepaal­de regis­seurs die je heb­ben geïn­spi­reerd bij het maken van deze film?

Ik heb me niet bewust laten inspi­re­ren door een bepaal­de regis­seur, bij­voor­beeld door schets­boe­ken te maken. Ik heb natuur­lijk wel enorm veel films gezien en boe­ken gele­zen, dus zoiets is nooit heel zui­ver. Ik vind het wel inte­res­sant om van ande­ren te horen of ze in mijn films ergens een refe­ren­tie naar zien.

In de film zegt één van de per­so­na­ges dat de zelf­moord van Sarao Takase te wij­ten was aan heim­wee. In wel­ke mate speelt dit bij jou en hoe ver­taalt zich dat in de film?

De zoon van Sarao Takase denkt inder­daad dat de zelf­moord van zijn vader komt door de heim­wee die als een soort vloek ver­vat zit in zijn Engelse tek­sten. Daarom gebeu­ren er ver­schrik­ke­lij­ke din­gen met de ver­ta­lers die de Engelse tek­sten naar het Japans wil­len ver­ta­len. Dit duis­te­re gege­ven wordt door de zoon ver­on­der­steld. In de film wordt dit mys­te­rie eigen­lijk nooit opge­lost. Heimwee is een zeer belang­rijk ele­ment in N.P, het is ook één van de thema’s die ik uit het werk wil­de halen zon­der het per se te wil­len ver­kla­ren. Het is een mys­te­ri­eus gevoel. In dat opzicht komt mijn per­cep­tie ervan wel over­een met het geval van Sarao Takase. Ik vind heim­wee iets heel dieps, het heeft te maken met één van de gevoe­lens die je maken tot wie je bent.

Interview met Lisa Spilliaert afge­no­men door Liesbeth Garrammone op 21 decem­ber 2020.

NP Lisa Spilliaert filmstill Regen Winkel

Lisa Spilliaert

N.P

BE • 2020 • 60' • colour • digital