Deze website maakt gebruik van Cookies.

This is not a script: SYMPOSIUM

08.11’13
Poëziecentrum
Vrijdagmarkt 36
Gent

We star­ten de pro­gram­ma­reeks This is not a script’ met vier lezin­gen om inzicht te krij­gen in het cross-over­ge­bied tus­sen (expe­ri­men­te­le) lite­ra­tuur en (expe­ri­men­te­le) film.
Theoretisch wordt inge­zoomd op wat het gege­ven inter­me­di­a­li­teit’ kan inhou­den. We zoe­ken naar de his­to­ri­sche wor­tels van dit cross-over­ge­bied (zoals con­cre­te en visu­e­le poë­zie) en de ont­wik­ke­lin­gen die het heeft door­ge­maakt. Daarbij wor­den een aan­tal voor­beel­den in detail bespro­ken. Tot slot wordt een actu­e­le stand van zaken van het veld opge­maakt, en wagen we ons aan een paar over­we­gin­gen voor de toekomst.

  • Yves T’Sjoen
    Intermediale refe­ren­ties aan een schil­ders­ma­ni­fest in post­ex­pe­ri­men­te­le poëzie
    Jef Verheyen, Nic van Bruggen en het essen­ti­a­lis­ti­sche’ discours.
  • Arne De Winde & Iannis Goerlandt
    Walt Disneys schriftmagie
  • Jan Baeke
    Filmgedicht of poë­zie-film: afscheid van een gen­re (dat geen gen­re was)
    Historische lij­nen van­uit de poë­zie en van­uit de film wor­den aan­ge­stipt, er wordt inge­gaan op de dis­cus­sie over defi­ni­ties en ter­mi­no­lo­gie, en er wordt beslo­ten met een blik op de com­bi­na­tie film en poë­zie in het digi­ta­le domein.
  • Kim Gorus

Jan Baeke (°1956, Roosendaal) is een Nederlands dich­ter, digi­ta­le dich­ter, ver­ta­ler, redac­teur en cura­tor. Hij debu­teer­de in 1997 als dich­ter met Nooit zon­der de paar­den, en publi­ceer­de sinds­dien meer­de­re dicht­bun­dels bij de Bezige Bij. Voor zijn vier­de bun­del, Groter dan de fei­ten (2007) werd hij geno­mi­neerd voor de VSB Poëzieprijs, de belang­rijk­ste poë­zie­prijs in het Nederlandse taal­ge­bied. Dit jaar ver­scheen zijn jong­ste bun­del Het tank­sta­ti­on op de rou­te, waar­in zijn affi­ni­teit met film meer dan ooit expli­ciet dui­de­lijk wordt. Naast dich­ter is Jan Baeke ver­ta­ler van Liz Lochhead, Lavinia Greenlaw, Deryn Rees-Jones, e.e. cum­mings, Norbert Hummelt, Russell Edson en Jack Spicer.
Samen met media­kun­ste­naar en ont­wer­per Alfred Marseille vormt Jan Baeke het duo Public Thought. Public Thought werkt aan ciné­poè­mes – data poems – moving shorts – spe­cu­la­ti­ve analysis”.
Jan Baeke was lan­ge tijd werk­zaam bij het Filmmuseum in Amsterdam (nu EYE), waar hij o.a. het pro­gram­ma 35 mm POEM maak­te, een serie voor­stel­lin­gen waar­in zwij­gen­de film en live gespro­ken poë­zie wor­den gecom­bi­neerd. Sinds 2009 is hij ver­bon­den aan het Rotterdamse fes­ti­val Poetry International, als pro­ject mana­ger en cura­tor voor Image en Sound (www​.poe​tryin​ter​na​ti​o​nal​web​.net). Daarnaast is hij bestuurs­lid van de cul­tu­re­le stich­ting Castrum Peregrini in Amsterdam, en lid van de redac­tie­raad van Terras, tijd­schrift voor inter­na­ti­o­na­le lite­ra­tuur & kunst.

Arne De Winde (°1981) is post­doc­to­raal onder­zoe­ker van het FWO – Vlaanderen aan de KU Leuven. In 2008 doc­to­reer­de hij (op het ter­rein van de Duitse lite­ra­tuur­stu­die) met een proef­schrift over de heden­daag­se Duitse auteur Reinhard Jirgl. Van 2010 tot 2013 was hij the­o­rie­do­cent aan LUCA – School of Arts. Momenteel werkt hij aan de KU Leuven aan een onder­zoeks­pro­ject over de recep­tie van de Duitse cul­tuur­fi­lo­soof Oswald Spengler in Europa. Tot zijn onder­zoeksex­per­ti­ses beho­ren ver­der: woord- en beeld­in­ter­fe­ren­tie; de mate­ri­a­li­teit van de schrift; het spec­tra­le” en demo­ni­sche” in kunst en lite­ra­tuur; het on(ver)draaglijke” als esthe­ti­sche cate­go­rie; pro­test en de post­de­mo­cra­ti­sche con­di­tie” in de kun­sten. Recente publi­ca­ties: the­ma­num­mers van Image&Narrative omtrent Beyond All Bearing. (Con-)Figurations of the Intolerable” (14.1 & 14.3, 2013) (co-ed.); de ver­za­mel­bun­dels Staatssachen/​Matters of State: Fiktionen der Gemeinschaft im lan­gen 19. Jahrhundert en Tektonik der Systeme. Neulektüren von Oswald Spengler (eind 2013) (co-ed.).

Iannis Goerlandt (°1980) ver­taalt uit het Duits en het Engels, werkt als lite­ra­tuur­we­ten­schap­per aan de KU Leuven en is redac­tie­se­cre­ta­ris van het lite­rai­re tijd­schrift nY. Dit jaar ver­sche­nen bij uit­ge­ve­rij Meulenhoff David Foster Wallace’ De ble­ke koning (samen met Daniël Rovers) en Sheila Heti’s Hoe moet je zijn? Momenteel ver­taalt hij samen met Leen Van Den Broucke Wallace’ ver­ha­len­bun­del Brief Interviews with Hideous Men.

Kim Gorus (°1982, Brussel) pro­mo­veer­de in 2011 op een proef­schrift over beel­den­de inter­me­di­a­li­teit in het werk van Peter Verhelst aan de Vrije Universiteit Brussel. Ze is sinds 2009 ver­bon­den aan Sint Lucas Antwerpen als onder­zoeks­co­ör­di­na­tor. Sinds 2012 is ze ook actief als the­o­rie­do­cent van de vak­ken Visual Writing, Kunst & Narrativiteit en de mas­ter­class The (Un)Making of Phantoms’. Daarnaast is ze lid van het Studiecentrum voor Experimentele Literatuur (Gent) en maakt ze, samen met Mark Luyten, Petra Van Brabandt en Johan Luyckx, deel uit van het onder­zoeks­pro­ject Congres: de ver­tel­de plek’. Ze publi­ceer­de reeds essays in Spiegel der Letteren, Ons Erfdeel en rekto:verso.

Yves T’Sjoen (°1966) stu­deer­de Germaanse Filologie aan de Universiteit Gent. Hij pro­mo­veer­de in 2001 op een stu­die over de gene­se en de druk­ge­schie­de­nis van de poë­zie van Richard Minne (pro­mo­tor: Prof. dr. A.M. Musschoot). Hij is als hoofd­do­cent ver­bon­den aan de Afdeling Nederlands van de Vakgroep Letterkunde. Daarnaast is hij als bui­ten­ge­woon hoog­le­raar ver­bon­den aan het Departement Afrikaans en Nederlands van de Universiteit van Stellenbosch (Zuid-Afrika).
Hij is gespe­ci­a­li­seerd in inter­bel­lum­li­te­ra­tuur, moder­ne poë­zie, tekst­edi­tie en Afrikaanse lite­ra­tuur. Zijn publi­ca­ties focus­sen onder meer op de ana­ly­se van poë­zie in Nederland en Vlaanderen tij­dens het inter­bel­lum en na de Tweede Wereldoorlog. Hij bracht kri­ti­sche tekst­edi­ties uit van onder ande­ren Louis Paul Boon, Cyriel Buysse, Gust Gils, Richard Minne, Wies Moens, Hugues C. Pernath, Paul Snoek, Eddy van Vliet, en Karel van de Woestijne.