Joel Rabijns en Yves Sondermeier leerden elkaar kennen tijdens hun masteropleiding aan het KASK. Organisch groeide de samenwerking vanuit een gelijkgestemdheid en een zelfde blik op de artistieke praktijk. The Miracle of Life (2013) is hun eerste langspeelfilm. De kijker heeft bij voorkeur een stevige maag, want het duo kiest resoluut voor een confronterende plasticiteit. De film reminisceert aan de arthouse cinema van David Lynch’ Eraserhead maar meer nog aan het absurdisme van James Fotopoulos’ Migrating Forms. Een vleugje ‘body horror’ toont hun buitengewone kijk op de werkelijkheid en lichamelijkheid: een travestiet bevalt op miraculeuze wijze van een weinig alledaagse baby, namelijk een placenta die door alle personages als een baby wordt erkend.
Rabijns en Sondermeier gooien een balletje op rond actuele genderissues binnen een campy cameravoering en mise-en-scène, en blijven onverstoorbaar de groei van de placenta Luke vrolijk in beeld brengen. De ‘baby’ heeft te doen met de gebruikelijke omstandigheden van een opgroeiend kind: angst voor de schoothond des huizes, gepest worden op school, het eindeloos volgen van kinderprogramma’s op tv… Een verdachte priester werpt zich op als voogd, want de travestiet is immers een alleenstaande moeder in moeilijke papieren. Het regisseursduo brengt een vervaarlijke cocktail van surrealistische elementen en vormelijke uitdagingen, gepresenteerd als een ‘miracle’.